Het 9e en laatste criterium van borderline is zinloosheid en leegte. Vragen die opkomen zijn de volgende. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Wie een antwoord heeft op die vragen, of wie er niet blijvend door gekweld of ontregeld wordt, mag zich gelukkig prijzen. Wie tot die groep behoort is waarschijnlijk in de minderheid. Een minderheid die kaders heeft meegekregen en zijn grootgebracht in een liefdevolle, gehechte sfeer waar grenzen werden meegegeven. Een andere groep heeft veelal te maken met de verwezenlijking van een identiteit die werd opgebouwd uit materialistische, individualistische, hedonistische, commerciële en marktgerichte waarden. De eerste groep heeft een kader gekregen die iemand een leven lang kan begeleiden, richting en zin kan geven. Het kader van de tweede groep is daarentegen zeer broos van aard, vluchtig, het in leven blijven ervan wordt mede bepaald door externe factoren als gezondheid, financiële draagkracht, status en dergelijke. De hoge jeugdwerkeloosheid, het feit dat steeds meer kinderen onder de armoedegrens leven, de onstabiele politieke wereldsituatie, de vergrijzende wereld die grote behoefte heeft aan de ondersteuning van de jonge generatie… Het zijn stuk voor stuk fenomenen die een bedreiging vormen voor beide groepen. De teloorgang van eeuwenoude vaste referentiekaders zijn een onderdeel van deze bedreiging.
Met een beetje geluk hebben westerse mensen van nu alle kansen, alle keuzes, alle mogelijkheden. Ze leven in een wereld die de illusie ophoudt dat a) alles mogelijk is, b) de mens en zijn lot maakbaar zijn, en c) dat bijna alles te koop is. Tegelijkertijd hebben mensen van nu gedurende korte of langere tijd in hun leven last van zinloosheid en leegte. Zingeving is als het ware de fundamentele uitdaging voor de hedendaagse mens. Er is een vacuüm ontstaan waarin mensen – jongeren in de eerste plaats – geen zin meer vinden. Ze zijn boos, verontwaardigd, eenzaam, verdrietig, mentaal moegestreden en voelen zich onbegrepen, niet gehoord, niet serieus genomen. Ze zien hun eigen toekomstperspectief bedreigd en zien nauwelijks kans op verbetering. Bij dat alles voelen ze zich eenzaam.
- De ontkerkelijking. Als gevolg van de secularisering van grote delen van de westerse wereld heeft de ontkerkelijking voor een gigantische omwenteling van ons wereldbeeld gezorgd. Samen met het achterlaten van kerk en het geloof werd nagenoeg al onze oorspronkelijke zingeving geschrapt. De aansluiting met traditionele waarden en kerkelijke feesten zoals kerstmis en Pasen zorgden in vervlogen tijden voor een basislaag van zingeving. Het waren vaste mijlpalen bij betekenisvolle momenten. De maatschappij worstelt met zingevende alternatieven, er zijn er veel, maar of deze ook duurzaam zijn is de vraag. De huidige tendens is er een van verwetenschappelijking en objectivering. Tegelijk vermindert daardoor de spirituele dimensie, en dat is een probleem, zeker bij jongeren. Zij hebben immers een heel sterke behoefte aan zingeving.
- Einde van de ideologieën & van de grote verhalen. Niemand heeft nog een allesomvattend principe waaraan alles vastgeknoopt kan worden. De huidige context is zo ingewikkeld geworden dat geen enkel verhaal meer alles kan samenhouden. Na een tijdperk waarin we moesten luisteren en slikken en vooral niet zelf nadenken of vragen stellen, lijkt het afzweren van elke vaststaande waarheid een gevoel van vrijheid en overwinning te bieden. Tegenwoordig is het lifestyle wat ons bindt en samenhoudt. ‘Ik consumeer, dus ik ben’. De ideologie van het kapitalisme is het grote verhaal van nu. Maar er is een groot probleem: wie niet (meer) mee kan consumeren, valt buiten de boot. Geluk is te koop.
- Waar is dan nog zin te vinden? Zin is een kostbaar goed geworden, we hebben allemaal een tekort. Zin moet gedragen worden door een cultuur en een traditie om overeind te blijven, houvast te hebben en duurzaam te zijn. Hoe vinden we dan nog zin in ons bestaan? Die zin zit in relaties met mensen, met geliefden. In het zinvol bezig zijn met mensen. Laten we een pleidooi houden voor een houding die de twijfel toelaat, het niet-weten. Laten we ruimte inbedden om met elkaar in gesprek te gaan, om filosofie te beoefenen, om elkaars wereld te verruimen.
Borderline is niet enkel een ‘personality disorder’, het is een ‘world wide disorder’, althans in de westerse wereld. En zeker ook in Nederland. We hebben een nieuwe richting nodig die houvast biedt, willen we de jongste generaties vertrouwen en idealisme meegeven. Wie biedt?!