Borderline Times – Identiteitsstoornissen

Wie nadenkt over vragen als ‘Wie ben ik?’, ‘Waar kom ik vandaan?’, ‘Waar leidt dit allemaal toe?’ of ‘Wat is er nodig voor een goed leven?’, is op zoek naar de zin van het leven. Zolang het nadenken hierover vanuit een eigen bewuste keuze gebeurd, hebben we te maken met de positieve invulling van wat je een vorm van existentiële twijfel zou kunnen noemen. Een twijfel die ertoe leidt dat we meer diepgang kunnen geven aan ons bestaan. Zolang we het relatief goed hebben in dit leven, is bezig zijn met deze vragen een verrijking. Anderzijds is het antwoord op de zinvragen vaak zo moeilijk en confronterend, dat we ze liever uit de weg gaan dan dat we er aandacht aan besteden. Maar, op een dag, vaak wanneer het ons tegen zit, is er toch het moment dat we met deze vragen in de weer gaan. Hoe komt het dat mensen op grote schaal de zinvragen trachten te ontlopen en tegelijkertijd zoveel mensen er zo zwaar tegenaan botsen dat ze elk contact met de realiteit dreigen te verliezen? En dat het zich te vaak stellen van deze zingevingvragen zonder op bevredigende antwoorden te komen verworden is tot een van de negen aanduidingen van borderline? Hieronder een uitleg over het vierde criterium van Borderline en hoe dat zich toont in de huidige tijd.

 

  • Het verdwijnen van traditionele sjablonen. Nog maar een paar generaties geleden waren het dorp en de sociale klassen waaruit ze voortkwamen de belangrijkste richtinggevers voor kinderen. De identiteit was voorbestemd, gevangen en bijna onontkoombaar vastgelegd door afkomst en geslacht. Inmiddels is dat wel anders. De kinderen kiezen zelf welke kant ze opgaan, iedereen kan alles worden. Maar, als je alles zelf mag kiezen, en je bij elke keuze een waaier aan mogelijkheden hebt, dan is het niet makkelijk om richting aan je eigen leven te geven. Voor de hedendaagse mens is de ‘druk’ om te ontwikkelen, kansen te benutten en te doen waar je echt van geniet metershoog. Helemaal als het wordt gelinkt aan het succes in wat we ondernemen.

 

  • Het vervagen van sekserollen. Een genetische code biedt geen houvast meer. Vroeger werd onze identiteit nog in grote mate bepaald door onze sekse. Er heeft een hele verschuiving plaatsgevonden die zowel voor mannen als vrouwen uitdagingen biedt. Want wie zorgt er voor de kinderen? En wie gaat voor zijn carrière? Wie neemt de huishoudelijke taken op zich? Het doet veel met de identiteit van zowel man als vrouw: wie hoor je te zijn? De verwachtingen over en weer zijn niet meer duidelijk en zorgen vaak voor spanningen.
  • Mode/lifestyle/looks/design. De mens is een maakbare mens geworden. In een zo snel veranderende wereld is het opbouwen van een stabiele identiteit een waar huzarenstukje geworden. De babyboomers hadden nog hun vader en moeder als rolmodellen. Nu hebben we lifestyle magazines, beroemdheden, tv en social media die onze identiteit bepalen. Er wordt een illusie van vrijheid gecreëerd, maar het is de consumptiemaatschappij die onze vrijheid bepaalt. Zolang we als homo consumens kunnen meelopen in de trend lacht het leven ons toe. Het voordeel is de enorme diversiteit aan mogelijkheden, het nadeel is dat de illusie van het maakbare gigantische verwachtingen schept en de druk om succesvol te zijn wordt opgevoerd. Jongeren worden vatbaar gemaakt voor weinig realistische schoonheidsnormen waaraan hun zelfbeeld vaak niet kan beantwoorden. Eetstoornissen zijn daar een voorbeeld van: steeds meer jongvolwassenen raken geobsedeerd door hun lichaam en het aantal opnames in klinieken neemt steeds meer toe.

 

  • De dominantie van beelden & het gebrek aan woorden. We leven in een inflatie van woorden, de beeldcultuur wint terrein. Mensen identificeren zich met een beeld, maar de beelden wisselen ontzettend snel. Wanneer de buitenkant zo snel evolueert en zo belangrijk wordt, dan wordt het steeds moeilijker om nog diepte te vinden, om nog aarding te zoeken. De taal verarmt, de gelaagdheid gaat verloren, communicatie wordt hypertransparant.

 

  • De dood van de mens als subject. Nu mensen geen woorden meer zijn, maar beelden. Nu de buitenkant zo snel evolueert en zo belangrijk wordt, wordt het steeds moeilijker om nog diepte te vinden, om fundering en stabiliteit als uitgangspunt te kiezen: de dood van de mens als subject. De ware identiteit ontstaat juist uit twijfel; uit het zoeken naar fundering, en niet uit de handeling om van jezelf een kloon te maken van het beeld van de moderne westerse mens zoals het via de media en beeldcultuur wordt opgedrongen. Wanneer we met tegenslag te maken krijgen dan stort onze nepidentiteit als een kaartenhuis in elkaar. We houden dan niets meer over.