Marieke Grondstra
Vincent in actie op de Nationale Coöperatiedag 2017
Samen met de NCR heeft Generatie STORM een mooi programma ontwikkeld om het thema generatieleren uit te diepen en van praktische handvatten te voorzien tijdens de nationale coöperatiedag. Door middel van een aantal vragen aan het publiek omtrent hun werk voorkeuren; pittige stellingen die de generatie verschillen duidelijk maakten; en opdrachten om met de verschillende generaties nader tot elkaar te komen is er een brug gebouwd tussen de verschillende generaties en is er actief gezocht naar manieren om binnen coöperaties innovatief te zijn.
Om tot nieuwe inzichten te komen over hoe te leven en samenwerken in een complexe en snel veranderende tijd is het enorm nuttig om daar vanuit generatieperspectief naar te kijken en met verschillende generaties over in gesprek te gaan. Vincent Ruijter deelde in dit filmpje een aantal inzichten op De Nationale Coöperatiedag 2017.
Klik hier om het filmpje te bekijken.
Om tot nieuwe inzichten te komen over hoe te leven in een complexe en snel veranderende tijd is het enorm nuttig om daar vanuit generatieperspectief naar te kijken en met verschillende generaties over uit te wisselen. Niemand weet namelijk meer waar het heen moet, er is namelijk geen vastomlijnd toekomstbeeld of stappenplan meer aanwezig zoals dat in de jaren 40 en 50 nog wel bestond. Toen wist je nog waar je aan toe was en wat je mogelijkheden waren: namelijk in de voetsporen treden van je ouders, in de familiezaak bijvoorbeeld. Als vrouw werd je nog geacht jong te trouwen en kinderen te baren en deze volgens de heersende normen en waarden op te voeden.
Dat is nogal veranderd sinds de komst van de protestgeneratie, geboren tussen 1940 en 1955, zij hebben voor nogal wat opschudding gezorgd in de maatschappij. Sinds zij gingen protesteren tegen de voor hen benauwende regels en wetten heeft het individualisme en de persoonlijke vrijheid haar intrede gedaan. Iedereen inspraak, iedereen eigen baas! Opeens had iedereen zelf invloed op zijn of haar toekomst. Generaties ontwikkelen zich vanaf nu relatief los van elkaar en leven in min of meer naast elkaar bestaande leefwerelden.
Generatie X (1955-1970) probeert werk, gezinsleven en haar eigen ontwikkeling in evenwicht te houden wat nogal wat stress oplevert gezien de eisen van de tijd waaraan zij denken te moeten voldoen. Vaak herkennen hun kinderen hun ouders op het werk nauwelijks omdat ze daar een totaal andere kant van zichzelf laten zien; een kant die past bij de snelle veeleisende organisatieculturen die we tegenwoordig zo koesteren.
De pragmatische generatie dan, geboren tussen 1970 en 1985, is werkelijk anders opgevoed dan voorgaande generaties. Met deze kinderen is het gesprek aangegaan, is onderhandeld, ze mochten meepraten over het hoe en wat en werden als serieuze gesprekspartner gezien binnen het gezin en op school. Vanaf deze generatie zijn kinderen steeds vroeger onafhankelijk, bewust van zichzelf en hun rol en mogelijkheden in de wereld. Deze generatie heeft nogal eens last van keuzestress, ook wel het ‘dertigersdilemma’ genoemd. Uit alle keuzes die het leven tegenwoordig te bieden heeft is het uitermate lastig om de ‘juiste’ keuze te maken. Dankzij het individualisme dat door hun Protest generatie ouders is geïntroduceerd ben je als persoon verantwoordelijk voor de consequenties van je keuzes, zowel de goede als de slechte. Je hebt alles aan jezelf te wijten. Althans dat is de gedachte.
Generatie Y ten slotte, balanceert op het koord van zingeving en ‘gewoon werken voor je geld’. Zij zijn opgevoed om het verschil te maken, om te doen waar ze gelukkig van worden en in geloven. Daar werden ze altijd bij gesteund door hun ouders, fouten bestonden niet, enkel mogelijkheden. Ze kwamen vol zelfvertrouwen op de arbeidsmarkt terecht. Alleen blijkt het vormgeven van die zingeving in de realiteit soms lastiger te realiseren dan gedacht. De ‘quarterlifecrisis’ is dan ook een term die vaak in een zucht in relatie tot deze jongste werkende generatie wordt genoemd. Het wijst op het enorme gat tussen wens en werkelijkheid, wat nogal eens leidt tot existentiële twijfels over hoe vorm te geven aan het leven om bovengenoemde waarden te bereiken. En het liefst zo snel mogelijk, deze generatie leeft in het nu, instant gratification is de norm.
Geen generatie weet tegenwoordig hoe ze haar rol moet invullen, de gebaande paden zijn niet meer. Iedereen heeft alle vrijheid om zijn eigen leven op geheel eigen wijze vorm te geven. Er zijn geen voorbeelden uit voorgaande generaties meer waar terug op kan worden gevallen. Iedere generatie in iedere nieuwe levensfase staat voor de uitdaging om zelf haar antwoorden te vinden op de vraag hoe in deze tijd te leven. Als er geen effectieve antwoorden worden gevonden op de existentiële uitdagingen leidt dit tot talrijke individuele en sociale problemen. Veel van de huidige problemen in onze maatschappij, zoals het ontbreken van sociale cohesie, het najagen van kicks, de groeiende eenzaamheid, het stijgende gebruik van drank en drugs, de gevoelde toenemende onveiligheid en terroristische dreiging, het groeiende wantrouwen in de politiek, de verminderde waarde van autoriteit, en de focus op het materialistische worden door de verschillende generaties anders beleefd en geduid. Dit heb ik reeds uitgebreid beschreven in de blogs gebaseerd op het boek ‘Borderline Times’ van Dirk de Wachter.
Na jaren te hebben gefocust op het individu is het juist tijd om weer vanuit een collectief perspectief naar de uitdagingen van onze tijd te kijken. Generaties bieden hiervoor houvast. Generaties vervullen namelijk allemaal afzonderlijk een belangrijke maatschappelijke functie die zonder twijfel wrijving veroorzaakt met andere generaties. Ze zijn namelijk een reflectie van de tijdsgeest en geven daar tegelijkertijd een reactie op. Als die reactie niet erkend wordt door de andere generaties leidt dit tot wrijvingen in de samenleving. Wanneer die generatiespecifieke reacties wel tot het sociale bewustzijn doordringen dienen de verschillen tussen de generaties juist als bron van informatie en inspiratie om de ontwikkelingen in de tijd beter te plaatsen en waarderen. Op die manier is er sprake van sociale evolutie, een groter gedeeld bewustzijn. Samenleven vereist de vaardigheid van het individu en de verschillende generaties om actief en betrokken deel uit te maken van het collectief. Generatiebewustzijn heeft het vermogen om in onze versplinterde samenleving een helende rol te spelen.
Door in dialoog te gaan met verschillende generaties die de samenleving samen vormen worden ideeën en energie gegenereerd die vanuit het individuele oogpunt niet bereikbaar zijn. Het gaat erom een gedeelde werkelijkheid te bereiken waarin veranderingen tot stand kunnen komen die door het collectief van de organisatie of de samenleving geaccepteerd worden. Door generatiebewustzijn te creëren kunnen generaties zich blijven ontwikkelen en kunnen ze zich permanent afstemmen op wat de tijd en de levensfase van hen vraagt. Een weg voorwaarts waar iedere generatie weer betekenis kan geven aan de toekomst.
Neem voor meer informatie over de generatiedialoog vooral contact op!
Hieronder het eerste deel (van de 9!) op het Blog op HR Spijkers: Y am entrepreneur
Het aantal jonge ondernemers neemt de laatste jaren sterk toe. Sommige beginnen al op heel jonge leeftijd. De cijfers van de Kamer van Koophandel spreken voor zich: de grootste groep starters in 2013 was tussen de 25 en 29 jaar oud. Er zijn in 2013 alleen al 55.000 starters tot 29 jaar bij gekomen. Steeds meer jongeren willen zelf vorm geven aan hun werkleven. Dat zelf vorm geven aan hun leven zijn ze van kinds-af-aan gewend. Generatie Y gaat thuis op een gelijkwaardige manier om met hun (groot)ouders. Of het nu om het plannen van de vakantie gaat, het organiseren van hun verjaardagsfeestje, om waar ze talent voor hebben of over wat ze in het werkleven willen gaan doen. Ze praten er gelijkwaardig en heel open met hun ouders over. Die ondersteunen hun kinderen bij het vinden van de eigen antwoorden. Dat levert een basis voor ondernemende kinderen. Ze zijn gewend om zoveel mogelijk op eigen kracht te doen waar ze goed in zijn. Het onderwijs kan dat verder versterken.
Hooggeschoolde jonge ondernemers profiteren vaak van de onkunde van oudere generaties. Die maken de dienst uit bij grote bedrijven, maar moeten voor de nieuwste ontwikkelingen bij de jongeren aankloppen. Die ontwikkelingen gaan zo snel, dat ze door hen niet meer zijn bij te benen. Nieuwe specialistische opleidingen schieten als paddenstoelen uit de grond, bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe media. Ook de techniek ontwikkelt zich in rap tempo. Daarnaast stijgt het opleidingsniveau nog steeds. Het worden steeds meer zelfstandige denkers, die beseffen dat ze op een aantal gebieden slimmer zijn dan ‘hun’managers en de oudere generaties. Managers hoeven niet voor hen te denken, dat doen ze graag zelf. Van de opgebouwde ervaring van senioren maken ze graag gebruik, via Facebook, online kennisplatforms als Wikipedia, via Google, of door het gewoon te vragen. Dat doen ze gemakkelijk omdat ze zelf geen afstand ervaren. Hiërarchische verhoudingen vinden ze een verouderd patroon. Gelijkwaardig en zelfstandig samenwerken met mensen van wie veel kan worden geleerd, wordt hoog gewaardeerd. Dat maakt ook dat bedrijven met veel hiërarchie niet zo aantrekkelijk zijn voor jongeren. Soms nemen ze het op de koop toe, omdat ze het vak zo aantrekt, bijvoorbeeld bij de politie. Daar zullen ze al het mogelijke doen om de hiërarchie uit te bannen. Voor hen is samenwerken op het juiste moment gelijkwaardig diverse krachten bundelen. Veel jongeren lijken steeds meer bereid om het risico van het zelfstandig ondernemerschap te nemen. Na het derde tijdelijke dienstverband binnen twee jaar dringt het besef door dat die vaste en ‘zekere’ baan ook maar een illusie is. Ze zien grote en ooit zo gerenommeerde bedrijven afslanken dat het een lieve lust is, en dan ook nog volgens het systeem van ‘last in first out’, dus hoezo; ‘zekerheid’? Die leveren Shell of Philips of KPN of het ministerie van Economische Zaken niet meer. Ook bij de overheid moet zo ongeveer een derde weg. Zo’n 60% van de jongeren wil een baan bij een multinational, omdat ze denken dat daar meer mogelijkheden zijn om snel veel te leren, maar niet vanwege ze zekerheid van een vaste baan.
Vooral in de ICT branche zien veel jongeren de kans om gemakkelijk en snel een bedrijfje uit de grond te stampen. Het grote succes van enkele jonge ondernemers lijkt magnetiserend te werken. Het groeiende zelfvertrouwen doet de rest. Ze zijn (nog) niet besmet met het ‘veel geld verdienen virus’, en al helemaal niet bezig met fenomenen als status of macht, maar willen hun droom verwezenlijken, het liefst morgen, doen wat bij ze past en wat er ‘echt toe doet’. De meeste grote bedrijven hebben daar geen oog voor, zeggen ze. Die zitten vol vertragende systemen, ingewikkelde formaliteiten en remmende gewoontes, die verhinderen dat je daar jezelf kunt zijn.
Veel innovatie komt van nieuwe ondernemingen. Van de top-20 grootste bedrijven in de VS zijn er twaalf na 1980 gestart, zoals Google en Facebook, allemaal bedrijven die door jongeren zijn opgezet. In de Nederlandse top 20 komen nog veel stokoude bedrijven voor, waarvan een aantal, zoals Philips, overigens heel andere dingen doet dan waarmee ze ooit startten. Daarnaast ontstaan er de laatste jaren wel veel nieuwe bedrijven die het goed doen, zoals Peerby, Booking.com, Marktplaats en CoolBlue, mede geholpen door accelerators als Rockstart. Vijftien jaar geleden werden er met name technische ondernemingen gestart, veelal beschermd met octrooien. Nu zijn het ook zakelijke dienstverleners, bijvoorbeeld op de zorgmarkt en op het gebied van duurzaamheid. Met veel oog voor maatschappelijk belang. Er zijn relatief veel allochtone starters, een groep die van nature meer zakelijk risico durft te nemen.
Dit is het eerste deel van de “Y am entrepreneur”blog door Marieke Grondstra. Als oprichter van Generatie STORM kon haar bijdrage natuurlijk niet ontbreken in onze generatiespecial. Lees de andere delen vooral verder op HR Spijkers!
Waar ik bij de recensie van het vorige boek van Aart Bontekoning begon met het woord ‘nuttig’, komen nu bij mij de woorden ‘Inspirerend & Uitdagend’ op. Het boek ‘YGENWIJS’, van Bontekoning en Grondstra zet aan tot nadenken over de toekomst van organisaties, in relatie tot de huidige generaties werkenden. Het woord ‘samen’ is wat mij betreft de rode draad in dit boek, met de opmerking dat er nog een mooi en begaanbaar pad met hobbels en lange rechte stukken voor ons ligt. ‘YGENWIJS’ is meer dan goed leesbaar en een must read voor eenieder die binnen organisaties het talent van generaties wil benutten om vorm te geven aan een mooie toekomst.
‘YGENWIJS’ is heel vlot geschreven en leest prettig. Het boek heeft een logische opbouw en een mengeling van praktijkinput van de hoofdrolspelers, beperkte theorie in Jip en Janneketaal en de eigen mening en inzichten van beide auteurs. Hierbij zijn de auteurs niet bang om hun eigen mening te geven, zoals bijvoorbeeld over het hokjesdenken dat vaak nog aanwezig is en daarnaast het hoge top-down gehalte dat nu binnen organisaties vaak nog bestaat.
Het boek is opgezet vanuit de frisse en onbevangen blik van de Y-generatie op organisatiecultuur, -structuur en vooral gedrag van de andere generaties. Zaken die worden beschreven zijn zeer herkenbaar, waarbij er een opvallende match is tussen de zogenoemde protestgeneratie en de Y-generatie. Opvallend omdat de protestgeneratie ook de generatie is die heeft gezorgd voor verregaande bureaucratie, top-down denken en het fenomeen ‘als er een probleem is zetten wij er een manager op’. Je zou kunnen stellen dat deze generatie de idealen uit de eigen jeugd heeft opgegeven in de drang naar materialisme en macht. Het is dan ook positief te constateren dat de babyboomers hier nu qua mindset op terugkomen en gedurende een langere periode dan de potentiële pensioenleeftijd een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van organisaties en vooral aan individuen. Kortom, de protestgeneratie ziet in de Y-generatie het gereedschap om de vroegere idealen te verwezenlijken en het beste van twee werelden komt samen.
Wat heel duidelijk naar voren komt is dat het benutten van de talenten van de diverse generaties een beweging is die niet alleen in gang kan worden gezet door één generatie. Ook het nieuwe werken speelt hierbij niet de hoofdrol en is slechts een instrument. Nee, het gaat om het nieuwe (samen)werken en waarvoor het omzetten van dromen en denken in het pragmatische doen nu noodzakelijk is. Dit vraagt om moed, ondernemerschap en de durf om te vertrouwen op het talent van anderen. In de huidige command & control-cultuur die heerst binnen organisaties is dit lastig maar zeker niet onmogelijk.
Wat ook triggert is de kloof tussen de ondernemerszin van de Generatie-Y en de huidige onderwijsinstellingen. Op zich ook logisch aangezien dit instituten zijn die feitelijk zijn ingericht in ‘de oudheid’. Onderwijsinstellingen moeten ondernemerszin stimuleren bij hun studenten en, zoals Bontekoning en Grondstra betogen, hier is in allerlei opzichten nog veel winst te behalen. Dit kan de instituten, de studenten maar zeker ook de BV Nederland ten goede komen, waarbij de relatie kan worden gelegd met zaken als innovatievermogen en het geluk en het losmaken van passie en talent van mensen. Deze beweging kan dan ook de aanzet zijn voor organisaties om te veranderen en in te spelen op de mogelijkheden van een hybride arbeidsmarkt, waarbij werknemers naast hun reguliere job ook nog eens ondernemer kunnen zijn. Gezien de noodzakelijke vloeibarisering van organisaties voor het realiseren van de continue match tussen talent in organisaties en de continue veranderingen in de markt is dit een must.
Leesadvies: Ik ben van mening dat de auteurs een geweldig naslagwerk hebben opgeleverd over de ins en out van generaties, bovendien is het boek geschreven vanuit de frisse blik van de Y-generatie. ‘YGENWIJS’ is wat mij betreft een must read voor iedereen die binnen organisaties het talent van generaties wil benutten om vorm te geven aan een mooie en innovatieve toekomst.
Over Richard van der Lee
Richard van der Lee werkt als manager in het bankwezen en is daarnaast actief op het gebied van talentontwikkeling. Hij publiceert regelmatig artikelen en blogs op diverse websites in binnen en buitenland over talentmanagement in al zijn facetten en andere ontwikkelingen in de relatie tussen de business en HRM. Hij is alumnus van Business School Nederland, de Action Learning MBA.
Welke boekomslag spreekt jullie het meeste aan voor ons boek: ‘Ygenwijs’?!
Over Ygenwijs:
‘Er wordt veel over Generatie Y geschreven: als nieuwe generatie werkende junioren zorgen ze nu al voor enige opschudding, ze denken en werken anders dan het bedrijfsleven gewend is. In dit boek is Generatie Y zelf aan het woord. Jonge ondernemers en professionals vertellen openhartig hoe zij tegen de andere generaties aankijken, wat hen op- en tegenvalt. En ja, ze zijn Ygenwijs, maar vinden teamspirit en persoonlijk contact met oudere generaties ook heel belangrijk. Met een open mind spreken ze over echt samenwerken en inspirerend leiderschap. Vooral met het vitale deel van de ervaren Babyboomers hebben ze een verrassend goede click.
Aart Bontekoning verschaft het theoretische kader, gebaseerd op zijn onderzoek. Marieke Grondstra en haar Y-genoten zorgen voor de verfrissende blik. Dat levert verrassende inzichten en praktische handvaten op waarmee (HR-)managers, leiders en anderen die met verschillende generaties samenwerken de kracht van deze generaties beter kunnen benutten.’