Hoe gaan we om met de nieuwe generatie ouderen?

Hoe gaan we eigenlijk om met de nieuwe generatie ‘ouderen’ in onze maatschappij?

De babyboomer generatie (ook wel protest generatie) is de generatie die een nieuwe seniore levensfase ingaat en op haar eigen manier invulling probeert te geven aan deze fase. De vraag is hoe moderne burgers in de huidige samenleving vorm en inhoud kunnen geven aan het goede leven in de tweede levenshelft. Wat is goed oud worden in onze tijd eigenlijk? Hoe geven we daar als maatschappij vorm aan? Laten we eens beginnen met het verkennen van wat demografische ontwikkelingen:

  • Begin 1900 was 5% van de bevolking 65 jaar of ouder
  • In 2015 was dit 15%
  • Rond 2040 ligt er een piek van 26%
  • Het aantal 65-plussers stijgt van 2,8 miljoen in 2014 tot circa 4,6 miljoen in 2040
  • Bovendien is er een flinke stijging te verwachten van het aantal personen dat ouder wordt dan 80 jaar, met name tussen 2025 en 2050

Er is momenteel sprake van ‘dubbele vergrijzing’: er komen meer ouderen bij en de ouderen worden steeds ouder. Anno 2015 zijn er in Nederland al meer dan 2000 honderdplussers; zo zou je kunnen zeggen dat er sprake is van een ‘driedubbele vergrijzing’.

 

De ‘oudere’ bestaat niet: iedere nieuwe generatie senioren wordt anders oud dan de voorgaande. Dat geldt ook voor de babyboomers. Zij worden oud in een snel veranderend maatschappelijke omgeving. Individualisering, globalisering, informatisering, vergroening, vergrijzing en de komst van de participatiesamenleving zullen hun ouder worden een ander aanzicht geven. Hoe willen moderne burgers in de huidige samenleving vorm en inhoud geven aan het goede leven in de tweede levenshelft? Wat is goed oud worden in onze tijd eigenlijk? We krijgen daarover steeds minder ideeën voorgeschoteld uit de traditionele wereld. We moeten het zelf uitzoeken. We willen keuzevrijheid en eigen regie, we zijn levenskunstenaars en willen de kansen pakken van onze nieuwe levensfase. Maar welke kansen kunnen we dan precies pakken? Wat houdt die vrijheid in? Met welke verantwoordelijkheid gaat die gepaard? De babyboomers zijn de eerste generatie die op alle levensterreinen zelf kan kiezen hoe te leven. Maar daar hebben ze wel anderen bij nodig.

 

Intergenerationeel leren wordt steeds gelijkwaardiger. Waar vroeger het leerproces eenrichtingsverkeer was, van de oudere naar de jongere generaties, kan tegenwoordig de leerling ook de leraar iets leren. Reversed mentoring noemen we dat. Alle generaties nemen deel omdat zij allemaal over vitale kennis beschikken. Het vermogen van de generaties om zich open te stellen voor de inbreng van de andere generaties is echter niet altijd sterk ontwikkeld. Het oude idee dat kennisoverdracht van oud naar jong gaat zit bij oudere generaties soms nog dwars. Er is nog flink wat werk te verzetten als het gaat om oprechte belangstelling en samenwerking tussen generaties.

 

In de huidige tijd zoekt iedere generatie zelfstandig haar weg. Generaties delen steeds minder waarden en betekenissen met elkaar. Generaties raken steeds meer los van elkaar, door de snel veranderende tijd en de bijbehorende maatschappelijke ontwikkelingen kunnen ze niet meer in elkaars voetsporen treden zoals dat vroeger nog het geval was. Dit wordt versterkt door het sociaal en cultureel ‘samenklonteren’ van mensen van dezelfde leeftijd, en wordt nog sterker doordat veel wet en regelgeving is gekoppeld aan leeftijdsgrenzen. Beleidsmakers zouden moeten streven naar leeftijdsintegratie zodat uitsluiting op basis van leeftijd minder wordt en dialoog en samenwerking tussen de generaties juist wordt bevorderd. Want wanneer de generaties elkaar in de verschillende domeinen van het maatschappelijk leven zo weinig ontmoeten zullen ze wel niet met elkaar te maken willen hebben. Dan moet er wel sprake zijn van een generatiekloof. Terwijl daar geen enkel bewijs voor bestaat.

 

Generatiebewustzijn is een sleutel tot verbinding. Het brengt ons in contact met de collectieve dimensie van ons bestaan. Iedere generatie staat op de schouders van de voorgaande generaties. We maken deel uit van een groter, zingevend maatschappelijk geheel. Mensen met een sterk generatiebewustzijn die zichzelf zien als lid van hun generatie denken minder stereotiep over andere generaties. Zij zijn zich ervan bewust dat zij met andere generaties maatschappelijke omstandigheden en gebeurtenissen delen, ze zijn politiek bewuster en maatschappelijk meer betrokken. Ze zien zichzelf net louter als individu, maar als individu verbonden met anderen in de samenleving. Wat nodig is naast generatiebewustzijn is het bevorderen van inclusie, het besef dat alle generaties erbij horen en kunnen bijdragen. Verder is het stimuleren van dialoog en samenwerking door interactie van groot belang.