Boek
In welke tijdsgeest groeien onze jongste generaties op en welke impact heeft dat op hun wereldbeeld, ontwikkeling en verwachtingen? Zoals ik in mijn vorige blog aangaf is de huidige tijdsgeest de voedingsbodem voor de ontwikkeling van generaties. Welke normen en waarden krijgen de jongste generaties die opgroeien in borderline-tijden eigenlijk mee? Je leest het in de reeks blogs omtrent ‘Borderline Times’.
Criterium 1: Verlatingsangst
Het eerste criterium van Borderline is verlatingsangst. In deze blog staan de typische kenmerken van onze postmoderne maatschappij die hebben geleid tot de groeiende eenzaamheid beschreven.
- De individualisering en individuele beslissingsvrijheid. Het individu staat tegenwoordig zo centraal dat ook het bouwen aan je toekomst een individuele opdracht geworden is. Je moet het zelf doen. Wanneer het lot ons minder goed gezind is dan wat de media als ‘het perfecte leven’ projecteert dan ligt eenzaamheid al snel op de loer. Je had alle kansen, dus als het niet lukt om jezelf te ontplooien dan is dat alleen je eigen schuld. Jij alleen bent verantwoordelijk voor je eigen falen. Aan de ene kant is er het streven naar individualiteit, aan de andere kant is er de behoefte aan geborgenheid: dat levert verlatingsangst op. We zijn er zo van overtuigd dat we geen anderen nodig hebben om de juiste keuzes te maken, dat gezag en autoriteit worden gezien als hopeloos ouderwets. Dat zie je terug in de manier waarop kinderen in deze tijd worden opgevoed: kinderen krijgen alle kansen om zich te ontplooien, grenzen zijn er nauwelijks. De jongste generatie Z (1986-2000) wordt al de ‘applausgeneratie’ genoemd. De vraag is wat dat oplevert: er is een grote kans op ongelukkige en angstige dertigers met het narcisme en de hulpeloosheid van een kind, aldus dS Weekblad.
- De toenemende verstedelijking: being together alone. De industrialisatie heeft een grote invloed gehad op het leefpatroon van mensen. In plaats van traditionele patriarchale plattelandsgezinnen, waarin meerdere generaties onder een dak woonden, kwamen er gezinnen die uit een man, zijn vrouw en hun kinderen bestonden. Nu is het helemaal niet meer vanzelfsprekend dat huizen worden bewoond door gezinnen. Steeds meer mensen leven alleen, met name in de steden. Het losser worden van de familiebanden was meteen de gedroomde voedingsbodem voor de toenemende individualisering. Voor het eerst in de geschiedenis leeft meer dan 50% van de wereldbevolking in stedelijke gebieden. In 2050 zal dat waarschijnlijk 70% zijn (UNDESA, 2010). Terwijl de plattelandscontext van weleer mensen een stevig sociaal vangnet garandeerde, levert de verstedelijking behalve heel veel luxe, comfort en welvaart ook een gebrek aan verbinding en dus eenzaamheid op.
- Het wegvallen van het gezin en bij uitbreiding het verwerpen van ‘beperkende’ banden. Het is een sociologische realiteit dat het gezin steeds vaker wegvalt. Nog nooit waren er zoveel echtscheidingen. En dus komen meer en meer kinderen uit gebroken gezinnen, eenoudergezinnen, samengestelde gezinnen enz. Een grootschalige studie van de faculteit sociologie aan de KU Leuven toont aan dat kinderen van gescheiden ouders gemiddeld meer moeilijkheden ervaren in hun levensloop dan kinderen uit een klassiek gezin. Men heeft het dan over minder goede schoolprestaties, meer angst- en depressieve gevoelens, in sommige gevallen leidend tot zelfdodinggedachten, meer kans om in contact te komen met verslavende middelen, meer gevallen van agressie en meer last van gewichtsproblemen. Maar ook in het primaire gezin wordt vaak geworsteld met nieuwe visies op het samenzijn. De moderne mens is gericht op zelfontplooiing, en beperkende banden zijn wel het laatste waarop hij zit te wachten. Met het verbreken van verbindingen, voornamelijk verticale, wordt de hechting slechter. Wat je niet leert, kan je moeilijk overdragen. Deze verticale banden zijn bepalend voor iemands normen en waarden, de persoonlijke identiteit en de vorming van een generatie. Het economische consumptiedenken komt ook steeds meer terug in de manier waarop wij in relaties investeren. Een relatie moet ‘leuk’ zijn. Het grootste gevaar voor de relatie in onze dagen is leegte, verveling, gebrek aan spanning. Dat betekent dat men voor elkaar kiest in goede, maar niet langer in kwade dagen. Terwijl juist de banden in de slechte dagen worden versterkt. Welke voorbeelden van hechting krijgen jongeren vandaag de dag nog? Relatiehoppen is de nieuwe norm.
- De ‘dood’ van God, van het universalisme en fundering. Het geloof in God en daarbij het belijden van dat geloof heeft eeuwenlang gezorgd voor zingeving. Tegenwoordig wordt er hard gewerkt om aan te tonen dat we beter af zijn zonder die zekerheden die van het geloof uitgingen. God stond je altijd en overal bij, je kon steeds op hem terugvallen. Nooit liet hij je in de steek, nooit blies hij de relatie op. Hij was er altijd voor je geweest, hij was er nog steeds en zou er altijd voor je blijven. Wat een zekerheid! Wie vult voor de postmoderne mens dat gat? Voor de moderne mens zijn er geen universele waarheden en fundament meer. Er is geen houvast, je staat er alleen voor. Verlatingsangst ligt dus op de loer.
- De ‘dood’ van consensus, continuïteit en eenheid. Een van de grote fenomenen in de samenleving van nu, die van jongeren in 2020 andere mensen zal maken, is de verbrokkeling. Waar vroeger consensus was en continuïteit, zien we nu versplintering en het uiteenspatten van wat vroeger eenheid was. Jongeren krijgen veel input van overal, maar die input is heel divers en heel breed. Het klassieke gezin bestaat niet meer. Het heeft plaatsgemaakt voor diverse varianten. Het onderwijs is versplinterd: er zijn steeds meer specifieke en excentrieke studies te kiezen. Het hele politieke landschap is de voorbije decennia uit elkaar gevallen. Als gevolg daarvan hebben jongeren tal van keuzes te maken en is er veel verwarring. Want wat is de basis, waar val je op terug?
De hierboven genoemde kenmerken zijn niet tijdelijk van aard. Het zal de nieuwe norm worden binnen onze westerse samenleving. De grote vraag is hoe generatie Y en Z hier mee om zullen gaan in hun dagelijkse leven. Welke antwoorden geven zij op deze tijdsgeest van disconnectie, hoe zoeken ze de verbinding met mensen van hun eigen en van oudere generaties?
In mijn volgende blog lees je meer over het tweede criterium: instabiele en intense relaties. Hoe gaan wij in onze maatschappij om met elkaar? En welke impact heeft dat op ons en onze omgeving?