[vimeo http://www.vimeo.com/27246366 w=500&h=281]
3 guys, 44 days, 11 countries, 18 flights, 38 thousand miles, an exploding volcano, 2 cameras and almost a terabyte of footage…
= a trip of a lifetime.
[vimeo http://www.vimeo.com/27246366 w=500&h=281]
3 guys, 44 days, 11 countries, 18 flights, 38 thousand miles, an exploding volcano, 2 cameras and almost a terabyte of footage…
= a trip of a lifetime.
[vimeo 45925936 w=500 h=281]
In het programma “Dialoog & Verbinding”, van Ygenwijs TV, schuiven personen aan van de Y-generatie (zogenaamde Y’tjes) en delen hun wijsheid m.b.t. thema’s als ondernemerschap, verbinding en zingeving. Daarnaast wordt er een interactieve dialoog gefaciliteerd tussen de Y’tjes en het publiek, waarbij het publiek de gelegenheid krijgt om vragen te stellen aan de Y’tjes.
De volledige uitzending bekijk je hier!
Ga naar ygenwijs.nl/ygenwijs-tv voor meer informatie en als je een programma bij wilt wonen.
Generatie Z zag/ziet het levenslicht tussen 2000 en 2015 en is dus nog niet ‘compleet’. Over 3 jaar is de hele generatie ‘aan boord’ en dan kan je eigenlijk ook pas iets zinnigs zeggen over wat deze generatie kenmerkt. Natuurlijk zijn er al wel maatschappelijke trends op te merken die deze generatie zeker zal beïnvloeden en waar ze op zullen reageren. Elke generatie organiseert namelijk zelf haar innovatie; die bestaat uit een reactie op datgene wat zij als verouderd beschouwd en dus aan vernieuwing toe is. Voor de pragmatische generatie (1970-1985) is dat versnelling in de besluitvorming en persoonlijke ontwikkeling, generatie Y (1985-2000) blinkt uit in het volgen van haar eigen idealen zonder zich daarbij af te laten remmen door (ouderwetse) verwachtingen, autoriteiten of procedures. En generatie Z zal weer op een andere manier zorgen voor een frisse wind.
Iets over de maatschappelijke trends die zeker hun invloed zullen uitoefenen:
Deze nieuwe generatie groeit op in een tijdsgeest van online verbinden. Je kent de hele wereld op het net, weet alle informatie die er maar is binnen een mum van tijd te vinden en bent overal van op de hoogte. In ieder geval van datgene waar je vrienden op dit moment mee bezig zijn. Ook het spelen gebeurt samen online, vaak weet een peuter van 2 al beter hoe de Ipad werkt dan de papa of mama. Boze vogels vliegen over het scherm en super Mario is ondertussen al getransformeerd tot ‘I-Mario’. In plaats van buitenspelen (heeeel lang geleden) of puzzelen (gaaaaap) is deze generatie online tegen elkaar aan het gamen.
Wat betreft het leren zijn er ook verschillen met eerdere generaties. Deze kinderen leren interactief, op een online platform waar je oefent met rekenen en taal. Voor onderwijzers betekent dit dat de lessen veel afwisselender moeten zijn en een hoger ‘ervaringsgehalte’ moeten hebben. Kinderen zijn gewend dingen te ervaren, zij het echt of virtueel. Dus leren gaat veel sneller als een kind het echt meemaakt. Dat maakt ook de verbinding met het latere ‘werkleven’ een stuk makkelijker. Want die tekstboeken vertellen je niet hoe je omgaat met een project dat vastloopt of een stage-opdracht te begrenzen. Voornamelijk in het middelbare onderwijs zal de focus van ‘weten’ veranderen naar ‘kunnen vinden’ en moet er wel meer nadruk komen op de eigen individuele talenten van het kind en wat het daar mee wil. In een tijd waar tijdens het opleiden geen helderheid is op waar tot wordt opgeleid is het essentieel om een kind zelf te leren nadenken over wat het wil en voornamelijk hoe het gebruik wil maken van zijn/haar eigen potentie.
Werken wordt een achterhaald woord. Kinderen van nu gaan straks lekker aan de slag. Zij het in hun eigen onderneming of in dienst. Werken wordt namelijk steeds meer een kwestie van fit. Het moet passen bij het individu maar het moet ook fit houden. Je moet er kort gezegd energie van krijgen en het moet je kunnen blijven uitdagen, om die fitheid te behouden. Als dat niet het geval is dan is de toekomstige (Z) werknemer weg, gevlogen als een angry bird. Daarbij zal er genoeg vraag zijn naar deze jonge knappe koppen. De babyboomers zijn er tegen die tijd uit, en dat gat dient ‘opgevuld’ te worden. Maar opgevuld worden zal het niet, wel zal deze nieuwe generatie op haar eigen wijze manier invulling geven aan datgene wat er nodig is in de organisatie. Wat daarvoor nodig is is ruimte voor die fladderaars, het lef om die ruimte echt te bieden vanuit de organisatie, en de fysieke ruimte om te werken zoals het ‘t beste uitkomt. Thuis, in de trein, ‘s avonds op een broedplaats, in een café, ergens bij een ander bedrijf, ‘s nachts in bed, of toch op kantoor. Waar het maar het beste lukt en het meeste rendement oplevert. En een gouden regel: blijf zo dichtbij deze jonge talenten als noodzakelijk maar blijf zo ver weg als mogelijk. Geen ‘op de vingers -gekijk’, wel welgemeende feedback: positief en negatief met ruimte voor een eigen oplossing.
Voor generatie Y, en al helemaal voor generatie Z zijn duurzaamheid, gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid heel belangrijke thema’s, en dat gaat verder dan MVO. Het wordt echt een lifestyle, waar duurzaam ondernemen of het zoeken van een organisatie waar dat hoog in het vaandel staat erg belangrijk is. Deze generatie is ‘internationaal opgevoed’. Geen onderscheid meer tussen Nederland, Europa, Wereld. Dat maakt de wereld kleiner online, maar groter ‘in het echt’. De ervaring wordt steeds belangrijker omdat alle kennis toch al overal gratis beschikbaar is. Met name op het vlak van ontwikkelingssamenwerking wil deze generatie ‘voelen’ wat het is om in een ontwikkelingsland te wonen, anders hebben ze niet echt een idee. Dat zie je bijvoorbeeld in televisieprogramma’s als ‘Puberruil’ en ‘Bloed, Zweet en Luxeproblemen’.
Homo consumens [ho·mo kon’su:mens], afkomstig van het Latijnse consumere (verbruiken, vernietigen, vergaan), is een uitgestorven mensensoort die leefde in het tijdvak Kapitalistoceen, grofweg tussen 1980 en 2020. Zijn leefgebied beperkte zich in eerste instantie tot het westen van het voormalige Europa en de VS, maar breidde zich snel uit tot China, India en Latijns-Amerika.
Lichaamsbouw
De homo consumens onderscheidt zich van zijn voorganger homo sapiens door zijn kleinere herseninhoud (500cc) en grotere tailleomvang (100+ cm.). Anders dan de homo erectus bracht de homo consumens zijn tijd het liefste zittend door, hetgeen zijn platgedrukte bekkenpartij verklaart. De brede kaaklijn doet vermoeden dat hij een alleseter was (zie ook: omnivores).
Sociale en politieke organisatie
Het leven van de homo consumens centreerde zich rondom directe en doelloze behoeftebevrediging. Zijn voornaamste tijdsbestedingen waren zappen, klikken, shoppen en snacken. De eetcultuur kenmerkte zich door vet- en suikerzucht, wat een verklaring kan zijn voor de populariteit van zogenoemde ‘dieetboeken’ (die om onbekende redenen vol stonden met eten). Sociale status ontleende de homo consumens aan zijn vermogen om te winkelen, ook wel ‘koopkracht’ genoemd. De soort stond bekend om zijn individualisme, hoewel na-aapgedrag veel voorkwam. Solidariteit met soortgenoten beperkte zich tot de toen geldende landsgrenzen.
Fossielen
Van de homo consumens zijn weinig fossielen gevonden. Hoewel uit ruïnes van omgevallen banken op te maken is dat de samenleving destijds zeer welvarend moet zijn geweest, produceerde de homo consumens nauwelijks iets van blijvende waarde. Een van de populairste werktuigen betreft de ‘iPad’, een apparaat waarvan de precieze functie onbekend is gebleven. Recente opgravingen wijzen uit dat de ‘IKEA-gids’ het meest verspreide geschrift was uit die tijd – volgens archeologen een aanwijzing dat de homo consumens grote behoefte had aan spullen voor het opbergen van spullen.
Uitsterving
De homo consumens is uitgestorven door gebrekkig leiderschap, hebzucht, moedwillige afbraak van de natuurlijk habitat en een ondraaglijke schuldenlast.
Rob Wijnberg – een verlichte ziel die schrijft in niet zulke verlichtende woorden…
Waar ik bij de recensie van het vorige boek van Aart Bontekoning begon met het woord ‘nuttig’, komen nu bij mij de woorden ‘Inspirerend & Uitdagend’ op. Het boek ‘YGENWIJS’, van Bontekoning en Grondstra zet aan tot nadenken over de toekomst van organisaties, in relatie tot de huidige generaties werkenden. Het woord ‘samen’ is wat mij betreft de rode draad in dit boek, met de opmerking dat er nog een mooi en begaanbaar pad met hobbels en lange rechte stukken voor ons ligt. ‘YGENWIJS’ is meer dan goed leesbaar en een must read voor eenieder die binnen organisaties het talent van generaties wil benutten om vorm te geven aan een mooie toekomst.
‘YGENWIJS’ is heel vlot geschreven en leest prettig. Het boek heeft een logische opbouw en een mengeling van praktijkinput van de hoofdrolspelers, beperkte theorie in Jip en Janneketaal en de eigen mening en inzichten van beide auteurs. Hierbij zijn de auteurs niet bang om hun eigen mening te geven, zoals bijvoorbeeld over het hokjesdenken dat vaak nog aanwezig is en daarnaast het hoge top-down gehalte dat nu binnen organisaties vaak nog bestaat.
Het boek is opgezet vanuit de frisse en onbevangen blik van de Y-generatie op organisatiecultuur, -structuur en vooral gedrag van de andere generaties. Zaken die worden beschreven zijn zeer herkenbaar, waarbij er een opvallende match is tussen de zogenoemde protestgeneratie en de Y-generatie. Opvallend omdat de protestgeneratie ook de generatie is die heeft gezorgd voor verregaande bureaucratie, top-down denken en het fenomeen ‘als er een probleem is zetten wij er een manager op’. Je zou kunnen stellen dat deze generatie de idealen uit de eigen jeugd heeft opgegeven in de drang naar materialisme en macht. Het is dan ook positief te constateren dat de babyboomers hier nu qua mindset op terugkomen en gedurende een langere periode dan de potentiële pensioenleeftijd een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van organisaties en vooral aan individuen. Kortom, de protestgeneratie ziet in de Y-generatie het gereedschap om de vroegere idealen te verwezenlijken en het beste van twee werelden komt samen.
Wat heel duidelijk naar voren komt is dat het benutten van de talenten van de diverse generaties een beweging is die niet alleen in gang kan worden gezet door één generatie. Ook het nieuwe werken speelt hierbij niet de hoofdrol en is slechts een instrument. Nee, het gaat om het nieuwe (samen)werken en waarvoor het omzetten van dromen en denken in het pragmatische doen nu noodzakelijk is. Dit vraagt om moed, ondernemerschap en de durf om te vertrouwen op het talent van anderen. In de huidige command & control-cultuur die heerst binnen organisaties is dit lastig maar zeker niet onmogelijk.
Wat ook triggert is de kloof tussen de ondernemerszin van de Generatie-Y en de huidige onderwijsinstellingen. Op zich ook logisch aangezien dit instituten zijn die feitelijk zijn ingericht in ‘de oudheid’. Onderwijsinstellingen moeten ondernemerszin stimuleren bij hun studenten en, zoals Bontekoning en Grondstra betogen, hier is in allerlei opzichten nog veel winst te behalen. Dit kan de instituten, de studenten maar zeker ook de BV Nederland ten goede komen, waarbij de relatie kan worden gelegd met zaken als innovatievermogen en het geluk en het losmaken van passie en talent van mensen. Deze beweging kan dan ook de aanzet zijn voor organisaties om te veranderen en in te spelen op de mogelijkheden van een hybride arbeidsmarkt, waarbij werknemers naast hun reguliere job ook nog eens ondernemer kunnen zijn. Gezien de noodzakelijke vloeibarisering van organisaties voor het realiseren van de continue match tussen talent in organisaties en de continue veranderingen in de markt is dit een must.
Leesadvies: Ik ben van mening dat de auteurs een geweldig naslagwerk hebben opgeleverd over de ins en out van generaties, bovendien is het boek geschreven vanuit de frisse blik van de Y-generatie. ‘YGENWIJS’ is wat mij betreft een must read voor iedereen die binnen organisaties het talent van generaties wil benutten om vorm te geven aan een mooie en innovatieve toekomst.
Richard van der Lee werkt als manager in het bankwezen en is daarnaast actief op het gebied van talentontwikkeling. Hij publiceert regelmatig artikelen en blogs op diverse websites in binnen en buitenland over talentmanagement in al zijn facetten en andere ontwikkelingen in de relatie tussen de business en HRM. Hij is alumnus van Business School Nederland, de Action Learning MBA.